Historie

Het IJsselhuis 1912-2024

Het IJsselhuis is als schipperswachtlokaal bij de Mallegatsluis gebouwd in 1912. Het oude wachtlokaal is een gemeentelijk monument en vormt door zijn typische bouw in de vorm van een symmetrisch Grieks kruis, zowel vanuit de westzijde over de Schielands Hoge Zeedijk, als vanaf de Hollandse IJssel, Veerstal en Buurtje een markante entree tot de stad. Het pandje is gebouwd op gewijde grond: in de middeleeuwen stond hier de Olevaerskapel.

Het schipperswachtlokaal kent een rijke historie. Omdat de binnenschippers soms dagenlang moesten wachten voor de sluis was het lokaal een drukbezochte drankgelegenheid waar menig schipper te diep in het glaasje keek. Dat was reden voor de geheelonthoudersvereniging ‘Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van Alcoholische Dranken’, afdeling Goudse Drankweer Comité om het lokaal in1923 als niet-alcoholische horecagelegenheid uit te gaan baten. Het gebouwtje heeft dienst gedaan als schipperswachtlokaal en betaalkantoor voor kolensjouwers en lossers totdat in 1938 de nieuwe Julianasluis het gebruik van de kleinere Mallegatsluis voor de beroepsvaart goeddeels overbodig maakte.

Rond het gebouw aan de noord- en sluiszijde was een bankje getimmerd ‘de leugenbank’. Hierop konden de schippers hun sterke verhalen vertellen en commentaar geven op de schepen en schippers die geschut werden. Dit leverde een amusant/komisch tafereel op waarbij het spreekwoord: ‘de beste stuurlui staan aan wal’ vaak wel aan de orde was.

Aan de lange wachttijden van de schippers van weleer herinnert de buitendeur aan de sluiszijde, die ook als het café gesloten was toegang gaf tot het gemak, zodat de schippers te allen tijde van een goed toilet gebruik konden maken.

Vanaf 1938 werd in het gebouw een winkeltje geëxploiteerd waarin succesvol versnaperingen werden verkocht aan passanten. De route over de Schielands Hoge Zeedijk en de Mallegatsbrug was destijds nog de kortste route tussen Rotterdam en Utrecht; de A20 en A12 werden pas in de zestiger jaren voltooid.

In de zeventiger jaren werd het pand door kunstenaar Rob Veenhof gebruikt als atelier voor zijn modecreaties. Daarnaast deed het dienst als woning en bandrepetitieruimte van de Titz waar de kunstenaar saxofoon in speelde en werden er regelmatig feestjes gegeven. Rob had een grote hond, Koos genaamd. Deze bewaakte het gebouwtje en de kunstwerken met verve. Regelmatig komen er nu nog dames het IJsselhuis binnen die zich deze levendige tijden met glinsteroogjes herinneren. Helaas zijn alle foto’s van Rob Veenhof tijdens een brand in Costa Rica ter ziele gegaan, maar via het Chileense model Pamela dook nog een foto op van één van de feesten.

In 1992 werd het inmiddels sterk vervallen pand voor het symbolische bedrag van 1 gulden van de Gemeente Gouda gekocht door de nieuw opgerichte Goudse Museumhaven, die zich verplichtte om het gebouw als monument in ere te herstellen. De Goudse architect Frank Goppel tekende voor de grote opknapbeurt. Een crowdsourcing avant la lettre zorgde voor de financiële middelen; de ruitjes werden gesponsord door individuen, bedrijven en instanties. Tot op heden zijn de gegraveerde namen in de vele kleine ruitjes van het markante gebouw te lezen. Na de restauratie werd het lokaal vooral gebruikt als vergaderlokaal van de Museumhaven, kantoor van jurist en schipper Frits Verheij en natuurlijk voor een wekelijkse schippersborrel op de vrijdagavonden met maandelijks een eenvoudige schippersmaaltijd die van 1996 tot 2002 zijn verzorgd door Herman Coomans. De lasten van het onderhoud van het gebouw noopten tot een actievere inzet van het lokaal voor de Museumhaven en de wijdere omgeving. In de jaren ’10 van de nieuwste eeuw baten achtereenvolgens Reederij de IJsel, Daam Scharloo jr. en Marleen Swagemakers (thans onderneemster Kleischuur) het gebouwtje met tussenpozen uit.

In 2005 werd dankzij een legaat het Noors Huisje naast de sluis geplaatst. Dit kleine huisje is een replica van de twee huisjes die naast de sluis hebben gestaan en doet momenteel dienst als opslag voor fust en koelruimte. Aan de buitenzijde van dit huisje is informatie te vinden over de geschiedenis van Gouda en het water.

Sinds 2013 is het ondernemerschap in handen van de familie Winkelman. Van een dagcafé met bijzonder lekkers is het steeds meer een open drank- en spijslokaal aan het worden. Zoon Herman tekent voor de culinaire kaart, vader Dick werkte actief mee in de beginjaren. Het lokaal is 4 dagen per week geopend. De familie Winkelman heeft er bewust voor gekozen om dit unieke lokaal uit te baten, net zoals de gasten er ook vaak bewust voor kiezen om juist hier naartoe te gaan. Anders dan een plek op de markt, komt het publiek er niet toevallig langs en ‘dat maakt het ondernemen ook uitdagend’ vond Dick Winkelman.

‘We moeten hier de mensen naar toe trekken, dat doen we door lekkere gerechten en bijzondere dranken te serveren, maar ook door evenementjes te organiseren als het Gouda Viert de Zomer en Dichters op Donderdag. Hierdoor trekken we een heel enthousiast en onderzoekend publiek, dat houdt het voor ons zelf ook interessant!’. In de winter is het lokaal te boeken voor commerciële hei-havensessies. Bedrijven en instanties maken gretig gebruik van deze unieke locatie die een inspirerende plek met veel daglicht vormt voor vergadersessies. Diverse Ministeries zijn regelmatig te gast, daarnaast boeken Gemeente Gouda, GHZ, TNO, Centric, Technolution regelmatig het lokaal voor vergadersessies.

In het lokaal ligt ook een boekje ter inzage waar bezoekers verhalen kunnen schrijven over hun herinneringen aan het gebouwtje van vroeger. Onder de noemer: ‘ik weet nog dat…’ worden er herinneringen opgeschreven. Hieronder twee bijzondere verhalen:

“Gouden Herinneringen, 14-12-2015

Het Schipperswachtlokaal brengt me terug naar de 60-er jaren, toen ik met mijn meisje na afloop van dansen bij Holthuijsen, naar de Vondelstraat even “pauze” hield. Aan de achterkant in de hoek vrijden we. Iets later zijn we getrouwd en hebben we twee dochters gekregen. J. de L.”

“… Mijn vader W. Seinen was schipper op één van de 14 schepen die de Rederij bezat. Het was de IJsel 13. Ik ben zijn zoon J. Seinen die veel met vader meevoer als ik vrij van school was, maar ook met vakanties. De Rederij had buurtdiensten naar Rotterdam, Den Haag, Delft, maar ook naar Utrecht. Dan voer ik met hem mee naar Haastrecht en daar ging ik van het schip af en voer hij door naar Utrecht en al die tussenliggende plaatsen zoals Oudewater, Montfoort, IJsselstein, Jutfaas, enz.. Ik ging via het Jaagpad naar Gouda lopen en als het warm weer was schoot ik het schipperslokaal binnen om een flesje gazeuse te kopen. Dat vond ik zo heerlijk, ’t was in de zomer van 1946. De man die het beheerde was een vriendelijke man, zijn naam weet ik niet. Hij had een kruideniersjasje aan, dat weet ik nog wel. Dit is mijn herinnering aan het schipperswachtlokaal.”

Sinds 2014 is het IJsselhuis door de Gemeente Gouda aangewezen als vaste officiële trouwlocatie. De ceremonie mag binnen in het sfeervolle lokaal of buiten in het parkje met de Museumhaven als prachtige achtergrond plaatsvinden. Sinds 2014 zijn hier 26 trouwlustige stellen officieel als echtpaar aan elkaar verbonden.

Een klein gebouw met toch verwarrende namen. Is het nu schipperswachtlokaal, IJsselhuis en/of Museumhavencafé?

De eerste drie namen zijn allen correct; het gebouw heet het IJsselhuis, deze naam wordt nu ook meestal gebruikt; de functie van het gebouw was Schipperswachtlokaal en één van de huidige functies is Museumhavencafé.

IJsselhuis nieuws ontvangen?